Digeponics

Inleiding

Er is in Nederland sprake van een mestoverschot. Daarnaast is het afvoeren van overtollige mest een grote kostenpost voor veehouders. Tegelijkertijd wordt in de Nederlandse glastuinbouw het grootste deel van de groenten geteeld op substraat, waarvoor kostbare minerale meststoffen worden ingekocht. Voor mineralen zoals fosfaat geldt bovendien dat dit fossiele meststoffen zijn, waarvan de voorraad uiteindelijk op zal raken.

Doel van het project

Het doel van het Digeponics-project is de ontwikkeling van een teeltsysteem waardoor verdund digestaat, afkomstig uit de veehouderij, gebruikt kan worden in de glastuinbouw voor de kweek van groenten. Dit haalbaarheidsproject zet hierin een eerste stap door:

1. Eerste productieparameters te verzamelen met een prototype.
2. De haalbaarheid te evalueren door het uitvoeren van een marktverkenning.
3. Een economische haalbaarheidsanalyse uit te voeren.
4. Onderzoeken van de inpassing in wet- en regelgeving.

Verwachte resultaten

De ontwikkeling en uiteindelijke toepassing van het Digeponics-systeem moet leiden tot effectieve toepassing van digestaat in de glastuinbouw, met als beoogde gevolgen:

• Het vergroten van de waarde van digestaat voor de veehouder, door de lokale afzetmarkt voor digestaat te vergroten. Digestaat wordt een duurzaam dierlijk product.
• Een duurzamere bedrijfsvoering bij de veehouder, door de toepassing van vergisting en daarbij komende CO2-reductie te stimuleren.
• Kosten besparen voor de glastuinbouwer.
• Een duurzamere bedrijfsvoering bij de glastuinbouwer door het reduceren van het gebruik van fossiele minerale meststoffen.