Biobased en circulaire oeverbeschoeiing uit laagwaardige houtreststromen

Inleiding

De wereld staat voor grote duurzaamheidsopgaven: niet alleen het beperken van klimaatverandering, maar ook het herstel van biodiversiteit, het terugdringen van chemische stoffen in het milieu en het sluiten van stikstofkringlopen.

In 2021 was de ecologische voetafdruk van Nederland 3x zo hoog als waar de aarde in kan voorzien. De circulaire economie is een middel om te werken aan een maatschappij die zich ontwikkelt binnen de grenzen van de aarde.

Doelstellingen

In het Grondstoffenakkoord hebben waterschappen met het Rijk en circa 400 andere organisaties de ambitie onderschreven om gezamenlijk te streven naar een circulaire economie in 2050.

Als tussendoelstelling is afgesproken om in 2030 al 50% minder primaire grondstoffen te gebruiken, door in te zetten op:

• Levensduurverlenging
• Vermindering van het grondstoffengebruik
• Toepassen van secundaire (hergebruikte) grondstoffen

Projectomschrijving

Beyond Wood is een start-up productiebedrijf (B2B), dat is opgericht om op basis van laagwaardige reststromen van hout (of andere vezels) in combinatie met natuurlijke nutriënten en plantenextracten, hoogwaardige materialen en gevelbeplating te ontwikkelen.

Deze nieuwe materialen zijn aan het eind van het gebruik om te zetten naar plantvoedingsstoffen. Zo hebben ze niet alleen een restwaarde, ze zijn werkelijk circulair.

In deze haalbaarheidsstudie tonen we samen met HIP Groen (partner in dit project) de technische, economische en organisatorische haalbaarheid aan van een oeverbeschoeiing die volledig biobased en circulair is.

Op basis van deze haalbaarheidsstudie wordt gestart met de ontwikkeling en wordt samen met HIP Groen een prototype oeverbeschoeiing ontwikkeld.

Partnerinformatie

HIP Groen ontwikkelt, produceert en verkoopt als leverancier duurzame alternatieven voor oeverbeschoeiingen, veelal als alternatief voor de bestaande hardhouten systemen.

Onderzoeksvragen

Om een biobased, circulaire oeverbeschoeiing te ontwikkelen die een vergelijkbare kwaliteit heeft als de huidige (tropische) hardhouten oeverbeschoeiing en qua levensduur en kosten vergelijkbaar of goedkoper is, dienen de volgende vragen beantwoord te worden:

1. Welke grondstoffen (en in welke samenstelling) zijn van invloed op de fysische eigenschappen (literatuurstudie en inventarisatie experts)?
2. Kunnen lokale reststromen van waterschappen ingezet worden als vezels voor de producten? En indien ja, in welke percentages?
3. Welke dosering en in welke samenstelling van grondstoffen zijn noodzakelijk om de vereiste specificaties die nodig zijn voor de beschoeiing te behalen (labonderzoek)?
4. Welke testen zijn noodzakelijk om aan te tonen dat het product door de markt geaccepteerd wordt (marktinventarisatie)?
5. Wat mag het product kosten en kunnen we het hier kostprijs technisch voor maken (marktinventarisatie)?
6. Is het economisch (business case) en organisatorisch mogelijk om de ontwikkelde techniek te vermarkten?
7. Welke partners zijn nodig, indien de haalbaarheid is aangetoond, om een ontwikkeling en uiteindelijk marktintroductie mee op te starten (marktinventarisatie)?